Ik was nog maar een jongen, toen werd ik al betrapt
Ik deugde niet zo zei men, want ik had eens gegapt
Geen moeder die me streelde, want zij was bij de heer
Geloof hoop en liefde, bestonden voor mij niet meer
Geloof hoop en liefde, ze horen bij elkaar
Geloof hoop en liefde, ze maken sprookjes waar
Al kun je niet geloven, en hoop je ook niet meer
Toch brengt de ware liefde die mooie dingen weer
Toen kwam jij in m’n leven, jij kende mij maar pas
Jij deed me weer geloven, dat er hoop en liefde was
De bloemen gingen bloeien, de lucht was niet meer grauw
Geloof hoop en liefde, die vond ik terug door jou
Geloof hoop en liefde, ze horen bij elkaar
Geloof hoop en liefde, ze maken sprookjes waar
Al kun je niet geloven, en hoop je ook niet meer
Toch brengt de ware liefde die mooie dingen weer
Die echte ware liefde, beleef ik nu met jou
Die echte ware liefde, gemeend oprecht en trouw
Wanneer er in je leven een komt die je bemind
Dan zul je steeds ervaren, dat liefde overwint
Geloof hoop en liefde, ze horen bij elkaar
Geloof hoop en liefde, ze maken sprookjes waar
Al kun je niet geloven, en hoop je ook niet meer
Toch brengt de ware liefde die mooie dingen weer
Al kun je niet geloven, en hoop je ook niet meer
Toch brengt de ware liefde die mooie dingen weer
Toch brengt de ware liefde die mooie dingen weer