Op een zomeravond, kwart voor negen
Kwam ik onverwacht die jongen tegen
Hij liep bij ons in de laan
Met een strakke blue-jeans aan
"Meisje", zei hij, "ga je met me mee?"
Eerst wist ik niet goed wat te beslissen
Maar hij keek me o-zo vrolijk aan
Sinds die dag kan ik hem niet meer missen
Ja, u begrijpt dus, ik ben mee gegaan

refr.:
Jij bent ’t helemaal
Ja, liefste, helemaal
Sinds de dag dat ik je zag
Werd ik verliefd op slag
Jij bent ’t helemaal, ja liefste, helemaal
Geloof me, schat, jij bent ’t hele, helemaal

’k Zou ’t willen schreeuwen van de daken
"Niemand kan mij zo gelukkig maken"
Ook al doet hij soms wat raar
Da’s voor mij niet zo’n bezwaar
Want we hebben samen heel veel pret
Eenmaal komt de dag waarop we trouwen
Met een hele strakke blue-jeans aan
Nooit zal ik van niemand anders houden
Ik laat ’m nooit meer, nee, nooit meer gaan

refr.

Geloof me, schat, jij bent ’t hele, helemaal