refr.:
Er speelt een ouwe muzikant
Op ’t grachtje bij de waterkant
En vol verlangen zingt zijn lied
Van weemoed en een stil verdriet
Dat muzikantje, klein en krom
Brengt heel die oude tijd weerom
’t Verleden zond een afgezant
Zo’n ouwe muzikant
Plotseling komen soms de dromen van toen
Denk je eensklaps aan die glimlach, die zoen
’t Is maar een herinnering
In de stille schemering
Wat een mens, lang verwacht, gek toch kan doen
refr.
’t Is lang nog geleden, die tijd van ’s (??)
Een droom uit ’t verleden ging stil aan ons voorbij